Actiever omgaan met ziekteverzuim: is jouw beleid er klaar voor?

Meer dan 500.000 Belgen zijn langdurig ziek – en dat aantal blijft jaarlijks groeien met 5,5%. De impact op onze sociale zekerheid en op werkgevers is groot. Maar er is goed nieuws: het federale regeerakkoord 2025-2029 zet volop in op verandering. Met een sterke focus op preventie, snellere re-integratie en gedeelde verantwoordelijkheid verschuift het beleid van een reactieve naar een proactieve aanpak.

U7353792727 A group of 5 colleagues in a hyper modern office me bf3b087c f07a 4ddb ba7b e8f86af3aee5

Van een reactieve naar een proactieve aanpak

Het sleutelwoord in het regeerakkoord is “responsabilisering”. Iedereen – werkgever, werknemer, artsen, ziekenfondsen, VDAB/Actiris – krijgt een actievere rol.

Vier maatregelen springen eruit voor werkgevers:

  1. Financiële prikkel voor re-integratie: Werkgevers betalen 30% van de RIZIV-uitkering tijdens de tweede en derde maand na het gewaarborgd loon voor werknemers tussen 18 en 54 jaar. Voorheen betaalde je als werkgever het gewaarborgd loon voor de eerste 30 dagen ziekte. Daarna volgde een RIZIV-uitkering via het ziekenfonds.
  2. Verplichte check op arbeidspotentieel: Is je werknemer 8 weken ziek? Dan wordt een inschatting van het resterende arbeidspotentieel verplicht. Je externe preventiedienst zal dit uitvoeren. Hoe dit precies zal verlopen en wat het prijskaartje is, moet nog blijken.
  3. De “Fit Note” komt eraan: Het klassieke ziektebriefje krijgt een upgrade, geïnspireerd op het Britse model. De arts zal niet enkel aangeven of iemand ongeschikt is, maar ook of die geschikt is mits aanpassingen. De focus verschuift van wat niet kan, naar wat wél nog kan.
  4. Verplicht startschot voor re-integratie: Blijkt uit de inschatting dat er nog potentieel is? Dan ben je verplicht om binnen een bepaalde termijn (wellicht 6 maanden na de start van de ziekte of 4 maanden na de inschatting) een re-integratietraject op te starten.

Over de concrete uitvoering van deze maatregelen is het nog koffiedik kijken. Toch is er vandaag al één zekerheid: werkgevers worden aangespoord om vroeger in actie te schieten.

Van brandjes blussen naar proactief beheren

Het nieuwe beleid legt de bal sneller in jouw kamp. Een concreet verzuimbeleid is essentieel om gestructureerd aan de slag te gaan met zowel kort als langdurig ziekteverzuim. Frequent kort verzuim is immers vaak een alarmbel voor toekomstige langdurige uitval. Door kort verzuim actief aan te pakken, investeer je dus in duurzame inzetbaarheid én beperk je toekomstige (re-integratie)kosten.

Hoe ga je aan de slag?

De boodschap kan niet duidelijker: als werkgever ga je best proactiever aan de slag met ziekteverzuim en re-integratie. Hoe bereid je je voor?

  1. Zet je verzuimbeleid op scherp: Evalueer je huidige aanpak. Waar kan je preventief meer doen? Maak duidelijke afspraken over ziekmelding, opvolging en dialoog. Veranker dit in je arbeidsreglement.
  2. Investeer in dialoog: Hoe houd je contact met zieke werknemers? Focus op mogelijkheden (Fit Note!). Zorg dat je leidinggevenden getraind zijn om goede verzuimgesprekken te voeren.
  3. Organiseer je re-integratie: Anticipeer op de verplichte potentieelinschatting en de verplichte start van trajecten. Hoe ga je dit aanpakken (intern/extern)?
  4. Denk aan je budget: Houd rekening met de mogelijke extra kosten (RIZIV-bijdrage, inschatting potentieel).

Vanbreda Risk & Benefits: je partner in deze transitie

Heb je vragen over de impact van het regeerakkoord en het belang van een actief verzuimbeleid? Of wil je advies op maat om jouw aanpak futureproof te maken? Neem dan meteen contact op met je vertrouwde Account Manager Employee Benefits of Health Care Consultant.

Gere­la­teer­de berichten

U7353792727 Photorealistic image three people in a business mee 2ffb3126 57b1 497e a2f1 394c8fdecf27

Aan­vul­len­de pen­si­oe­nen opbou­wen in een mul­ti-werk­ge­ver­s­pen­si­oen­fonds: wat is de meerwaarde?

Personen
26.03.2025

109 miljard euro. Zoveel geld is er opgebouwd aan verworven pensioenreserves op 1 januari 2024 in ons land. Deze tweede pijler pensioenspaarpot wordt beheerd door twee types pensioeninstellingen. Volgens het sectorrapport van de FSMA beheren verzekeraars 88 miljard euro, terwijl de overige 21 miljard euro beheerd wordt door instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen (hierna pensioenfondsen genoemd). Het aantal ondernemingen dat kiest voor een eigen pensioenfonds slinkt. Steeds vaker opteert men voor een multi-werkgeverspensioenfonds. Hoe verklaren we deze evolutie en wat zijn de voordelen?

Lees meer
Lees meer over Aanvullende pensioenen opbouwen in een multi-werkgeverspensioenfonds: wat is de meerwaarde?
U7353792727 A wide angle photo of a team meeting between collea 5efaa5ec 37e6 4450 a40f 02c9a71cc2ee

Wat bete­kent de stij­ging van de wet­te­lij­ke ren­de­ments­ga­ran­tie op aan­vul­len­de pen­si­oe­nen voor jouw onderneming?

Personen
21.03.2025

Op de bijdragen voor het aanvullend pensioen moet de werkgever op grond van de Wet Aanvullende Pensioenen (WAP) een minimumrendement garanderen over de duurtijd van de aansluiting. Dat minimumrendement wordt jaarlijks op 1 juni berekend en gaat in op 1 januari van het daaropvolgende jaar. Sinds 2016 bedroeg dit rendement 1,75%; vanaf 2025 stijgt dit naar 2,50%. Wat is de impact hiervan op jou als werkgever?

Lees meer
Lees meer over Wat betekent de stijging van de wettelijke rendementsgarantie op aanvullende pensioenen voor jouw onderneming?